Tijdens deze training oefenen kleuters sociale vaardigheden. Bijvoorbeeld door toneel, spelletjes en opdrachtjes die te maken hebben met situaties uit hun dagelijks leven. De leerkracht bepaalt al dan niet in samenspraak met de intern begeleider welke kinderen in aanmerking komen voor de training. Ook ouders/verzorgers spelen een rol.
Voor wie
Scholen voor het basisonderwijs (groep 1 en 2)
De praktijk
Aan het begin van elke bijeenkomst (in totaal tien lessen van drie kwartier*) vraagt Zelda de rups de kinderen om te dansen en het rupsenlied mee te zingen. Van tevoren hebben leerkrachten en ouders/verzorgers leerdoelen voor de kinderen opgesteld. Door observaties tijdens de lessen bekijken we tussentijds of het gedrag van de kinderen verandert en of we de leerdoelen eventueel moeten bijstellen.
De lessen verlopen volgens een vast patroon. Met bewegings- en muziekspelletjes en zoek- en raadopdrachten oefenen zij bijvoorbeeld emoties. Samen met het rupsje gaan de kinderen op zoek naar dingen waar ze blij, boos, bedroefd of bang van worden. Door deze emotiespelletjes leren kinderen hun gevoelens tonen. In toneelstukjes geven zij hun grenzen aan door bijvoorbeeld ‘stop, hou op!’ te zeggen.
Voor goed uitgevoerd opdrachten krijgen kinderen een kraal die zij aan een lange ketting kunnen rijgen. Ook is er voor elk kind na afloop van iedere les een beloningskaart. Daarop staat wat het allemaal heeft geleerd. Elke bijeenkomst sluit af met een verhaaltje over kleine rupsjes, die ieder op een eigen manier afscheid nemen van de groep. Aan het eind van de training verandert het rupsje in een vlinder. De kinderen krijgen een vlinderdiploma mee naar huis, beloningskaart, kralenketting en alle tekeningen die ze hebben gemaakt.
*) Waarvan een les voor de intake met de intern begeleider en de leerkracht, een les voor de tussenevaluatie en een voor het nagesprek. Tijdens de eerste les kunnen ouders/verzorgers kennismaken.
Resultaten
- Kinderen hebben meer zelfvertrouwen gekregen.
- Kinderen hebben geleerd samen te werken.
- Kinderen hebben geleerd hoe je iets vraagt aan een ander.
- Kinderen hebben geleerd met teleurstellingen om te gaan.
- Kinderen hebben geleerd naar anderen te kijken en te luisteren.
- Kinderen hebben geleerd emoties bij zichzelf en anderen te herkennen.
- Kinderen hebben geleerd op hun niveau grenzen aan te geven.